023 Hekel aan sprinten Toch is de ‘science of training’ volgens Mahon maar het halve werk. ‘De kunst is om de wetenschap in je voordeel toe te passen. Het is gemakkelijk om een trainingsprogramma op papier te zetten, maar je moet de atleet ook daadwerkelijk kunnen doorgronden. Waarom heeft iemand besloten om atleet te worden? Het is een zwaar bestaan waarbij je dagelijks je lichaam pijnigt en dat gedurende vele jaren. Als je weet wat een atleet beweegt, dan kun je dat als bondgenoot gebruiken in je aanpak.’ Mahon stelt dat elke hardloper - en elk mens - wel een zwakke plek heeft. Hij noemt het the elephant in the room; een fout die zich herhaalt of een tekortkoming die onuitgesproken blijft. Mahon: ‘Marathonloopster Deena Kastor heeft een enorme hekel aan sprinten. Een ander laat zich misschien bij voorbaat uit het veld slaan door de tijdens de wedstrijd verwachte hitte, maar spreekt dat niet uit. Aan mij de taak om die olifant te verjagen. Je moet die zwakte overwinnen om progressie te boeken. Het toepassen van al die aspecten is denk ik the art of coaching.’ Verschillende energiesystemen Er zijn drie energiesystemen die onze spieren van kracht voorzien: het anaerobe en het aerobe energiesysteem; het eerste bestaat op zijn beurt uit een alactisch en een lactisch systeem. Het alactische systeem is vooral actief tijdens het begin van de inspanning, bij kortdurende krachtexplosies van 10 tot 15 seconden. De energielevering komt voort uit energierijke fosfaten in de spier. Het lactische systeem zorgt voor de productie van lactaat, heeft een grotere energievoorraad dan het alactische systeem en is goed voor zo’n 20 tot 30 seconden inspanning. Het aerobe energiesysteem haalt brandstof uit de oxidatieve (zuurstof) verbranding van koolhydraten en vetten. Het duurt even voor dit systeem in werking treedt, bij inspanningen van 8 minuten of langer wordt het aerobe aandeel steeds groter. Inspanningen van 30 minuten of langer (zoals een marathon) worden vrijwel uitsluitend geleverd door het aerobe systeem. Terrence Mahon probeert zijn afstandslopers dus ook meer kracht te laten putten uit de anaerobe energiesystemen. Lees meer over energiesystemen op: www.hardloopblessurevrij.nl ‘Elke loper neemt informatie op een andere manier tot zich en heeft verschillende beweegredenen’ DISC-methode Om zijn atleten optimaal te kunnen prikkelen, hanteert Mahon in zijn coaching de in de psychologie bekende DISC-methode. Daarbij zijn mensen in te delen in vier persoonlijkheidstypen: het D(ominant)-type, I(nvloed)-type, S(tabiel)-type en C(onsciëntieus)-type. Aanleiding was de constatering dat hij in gesprekken met atleten er niet altijd in slaagde om zijn boodschap over te brengen. Van managers uit het bedrijfsleven leerde hij dat de manier waarop je informatie overbrengt vaak het verschil maakt. ‘Elke loper neemt informatie op een andere manier tot zich en heeft verschillende beweegredenen. Als ik een work-out geef, zal het D-type zo hard mogelijk willen lopen. Het I-type vult het op de eigen creatieve manier in. Het S-type voert de work-out uit conform de opdracht en type C denkt “wat verwacht de coach?” en doet daarna de work-out.’ Soms betekent dit dat hij atleten tegen zichzelf moet beschermen om niet overtraind te raken, dan weer zal hij een loper juist moeten pushen. Het harde leven in de Mammoth Track Club Mahons trainingsoord in Mammoth Lakes is geen vakantiekamp. Drie ochtenden per week beginnen de lopers er met een tempoloop van 13, 16, of 25 kilometer, meestal inclusief een intervaltraining. Daarna is het tijd om een kwartier af te koelen in een riviertje met ijskoud smeltwater. Volgens Mahon is dat de beste manier om spierontstekingen en blessures na een training tegen te gaan, vooral in combinatie met massages en stretching. Daarop volgt een calorierijke maaltijd en een dutje. ’s Middags eerst een half uur ontspannen hardlopen, daarna door naar de gym voor een pittige krachttraining. De ochtend erop is het ‘hersteldag’ en loopt de atleet 24 of 32 kilometer in een rustig tempo. ’s Middags een loop van enkele kilometers en dan opnieuw naar de gym. Op zondag, rustdag, wordt er slechts één uur hardgelopen. Gemiddeld loopt een atleet hier tussen de 150 en 200 kilometer per week. ‘Gadgetman Salazar’ Als coach is hij nooit uitgeleerd. Natuurlijk veranderen de omstandigheden. Na de successen van Meb Keflezighi (winnaar New York Marathon 2009) en Deena Kastor is nu een nieuwe generatie Amerikaanse hardlopers aan de beurt: atleten als Ryan Hall, Anna Pierce, Jen Rhines, Morgan Uceny, Jonathan Pierce en Josh Cox. Ook zijn manier van coachen is niet hetzelfde als vorig jaar, zegt hij, om over vijf jaar geleden nog maar te zwijgen. Gevraagd naar mogelijke rivaliteit tussen hem en coach Alberto Salazar moet hij lachen. Salazar was in 1982 de laatste Amerikaan die de marathon van New York won, tenminste tót MTC-loper Keflezighi daar zegevierde in 2009. ‘Salazar is misschien meer een gadgetman. Hij was bijvoorbeeld de eerste die de antizwaartekracht ‘treadmill’ gebruikte. Wij trainen in Mammoth op hoogte, hij heeft een faciliteit in Oregon waar je hoogte kunstmatig kunt simuleren. Hij brengt het lab naar binnen, ik naar buiten. Zo houden we elkaar scherp.’ Meer info: www.mammothtrackclub.com www.runmammoth.com Pagina 22

Pagina 1

Interactieve digi studiegids, deze drukwerk of onderwijscatalogus is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal uitgeven van web relatiemagazines.

Run2Day Magazine


You need flash player to view this online publication